De werkweek zit er bijna op, nog één dagje werken. De week na het reces is vaak al een hele aparte. Vanuit zo goed als stilstand moet je er ineens weer vol tegenaan. Vanwege het overlijden van Karin Adelmund werd er ook gisteren niet vergaderd, en werd vandaag het ‘dinsdag-programma’ gedraaid. Dinsdagprogramma is voor mij ’s ochtends werkoverleg, dan fractievergadering voor de kamerleden (voor mij betekent dat zorgen dat alle fractienotities uitgedraaid en in de mapjes zitten voor de kamerleden in mijn pool), dan vragenuurtje, stemmingen en plenaire vergadering/commissie vergaderingen. Vandaag ging een klein beetje anders, om 10.15 uur was er een herdenking voor Karin. Bijna al mijn collega’s van de fractie waren in de zaal aanwezig en zaten of in de wandelgangen/ambtenarenbankjes beneden of zoals ik boven op de publieke tribune. Weisglas had een mooie speech en na hem had ook Balkenende een mooi verhaal. Al met al erg indrukwekkend en goed om het af te kunnen sluiten.
Daarna heb ik mij druk bezig gehouden met een wetsvoorstel over Buitenspeelruimte en tussendoor ook nog met allerhande onderwerpen op het gebied van Visserij.
Vandaag waren er na het vragenuurtje geen stemmingen vanwege de begrafenis van André van der Louw.
Deze week stond de begrotingsbehandeling van LNV op de rol. Het kamerlid waar ik voor werk is woordvoerder op natuur en visserij, zij moest dus ook vanmiddag aan de slag in de plenaire zaal. Ze heeft (onder andere) een warm pleidooi gehouden voor het feit dat jongeren meer de natuur in moeten. hier kun je het persbericht lezen en de spreektekst bekijken.
amarins.frl 
quote:’Jongeren moeten meer de natuur in’volstrekt mee eens. maar ja: gebieden met rust, stilte, geen MacDonalds, zal niet meevallen ze zover te krijgen. Maar dat is geen reden het niet te proberen.
Ik stem voor!
Ik vind dit een van de taken voor het onderwijs, maar natuurlijk ook voor de ouders. Het ligt vaak aan de onderwijzer die voor de klas staat, de een trekt er wel een morgen voor uit om met zijn klas de natuur in te trekken en de ander doet dat niet.
Wij trokken vroeger dan wel “het lân in” op woensdag en zaterdagmiddag. Inderdaad kikkervisjes of salamanders vangen. Of met een oude kano het water op. Hoewel, dat laatste leek soms meer op stroperij. Maar toch leerde je er wel van.
Helemaal mee eens! Denk dat met name de jeugd uit de grote steden te weinig de natuur in komt…. Misschien dat sociale klasse er ook nog mee te maken heeft?
Zelf woon ik in een dorp op het Friese platteland, met heel veel water. De jeugd is zomers alleen maar op het water te vinden. Hier valt het nog wel wat mee, denk ik……..
quote:Studies naar natuurbeleving bij jongeren van onderzoeksbureau Alterra en Staatsbosbeheer in 2004 lieten echter zien dat minder dan 30% van de kinderen tussen de 14 en 18 jaar slechts één keer per jaar of minder een natuurgebied bezoeken, 70% komt dus bijna nooit in natuurgebieden!
bron: http://www.pvda.nl/download.do/id/300019322/cd/true/
Het is misschien beter dat de politiek leert goed te lezen. Als minder dan 30% slechts 1 keer per jaar of minder een natuurgebied bezoekt komt MEER DAN 70% vaker in een natuurgebied. Hoe vaak dat is staat er niet bij, maar het klinkt mij een beetje voorbarig om meer dan 1 keer gelijk aan bijna nooit te stellen.
Dat er te weinig natuur is hier in Nederland ben ik wel weer mee eens. Al heeft tegenwoordig bijna iedereen een auto en is het aan de ouders om kinderen mee te nemen de natuur in.
niet verkeerd meer de natuur in… alleen waar haal ik de tijd vandaan? Met mij waarschijnlijk vele anderen!