vanochtend kwam dan toch dat bericht, waarvan we wisten dat het er aan zat te komen maar toch. Via Lutz Jacobi (een van de Kamerleden waar ik voor werk) kreeg ik onderstaand gedicht, dat het goed weergeeft.
Het rode vaandel volgen wij
al huilt het friese land
en komt de slag niet onverwacht
te vroeg, te veel, te hard
Toonbeeld van onverzettelijkheid
geknakt, maar niet gebroken
zij gaf en geeft de mensen vuur
en kracht om door te gaan
Een beetje trots ben ik toch wel
op die sterke rode vrouw
die Friesland zelfbewust laat zijn
het land, de hare maakt
Die rood en mensen telkens bindt
door visie, kleur en durf
wij zullen doorgaan in haar spoor
zo trots, zo sterk, zo fier
Het werk, niet klaar, wordt afgemaakt
wees daar van overtuigd
het rode vaandel volgen wij
die weg zullen we gaan
Anita, ’t is te vroeg, te veel, te hard
(Wietze de Haan)
Lieve Amarins.
Heel vaak hebben wij deze oersterke vrouw gezien.
Vaak hebben wij tegen elkaar gezegt: “Hoe is het mogelijk”.
Denkend aan Theo konden wij het begrijpen. Liefs
Dat het er aan kwam was bekend, maar toch maar toch…
Op mijn werk hakte het er ook behoorlijk in, en thuis hebben we het er nog over gehad, omdat de familie hier ook al langer bekend was (Koos was meester van een van de jongens)…