Leeg

Zondagmiddag. Ik moet nog wat boodschappen doen. Ik zet snel mijn fiets neer voor de supermarkt. Bij een van mijn favoriete winkels, tegenover die supermarkt, staat een auto vol met dozen. De deuren van deze winkel staan open, maar zij zijn niet open op zondag.
Ik denk nog: die vullen op zondag de voorraden aan. Ik hoop dat deze week mijn lievelingsthee weer in de winkel is. Het is een winkel met kookspullen, servies, kookboeken, olie, azijn, koffie, thee en hele dure espressoapparaten. Eigenlijk lijkt alles er duur als je er binnenstapt, maar dat is het eerste gezicht. Als je beter kijkt is er altijd iets leuks.
Even later sta ik met volle boodschappentassen bij mijn fiets. Ik zie de stickers die vers op de ramen geplakt zijn. “Opheffingsuitverkoop”. Alles moet weg.
Slik.
Niet deze winkel.
Onverwacht? Nee. Ik heb het afgelopen jaar regelmatig een praatje gemaakt met winkeliers in  winkelcentrum. De ondernemers klagen zonder uitzondering over de hoge huren.
En zoals gezegd: deze winkel is er niet een van de soort waar je snel binnenstapt, een leuk cadeau pakt, afrekent en vijf minuten later door kunt naar de volgende winkel. Het is een slow shop winkel. Misschien hebben we niet meer het geduld voor dit soort winkels. En Den Haag is niet ver. Rotterdam is niet ver.  De vergelijkbare winkels daar wisselen vaker van assortiment.
Als gemeenteraadslid ga ik niet over de huren in het winkelcentrum. Tenminste, niet direct. We hebben als gemeenteraad al regelmatig de wethouder economische zaken aangespoord dit op te pakken. We hoopten als gemeenteraad door het Ondernemersfonds de winkelgebieden ook een impuls zouden krijgen. We hebben vorig jaar, vlak na de verkiezingen in het Hoofdlijnenakkoord als alle partijen in de gemeenteraad gezamenlijk uitgesproken dat de leegstand in de centra een zorgpunt is. Dat heeft een vervelende uitstraling en versterkt ook verrommeling en onveiligheidsgevoelens. We hebben daar ook afgesproken dat de gemeente zich in dergelijke situaties laat zien als partner, meedenkend hoe belemmeringen in regelgeving kunnen worden weggenomen. We gaan samen met de ondernemers kijken wat nodig is voor de aansluiting van het aanbod van detailhandel op de commerciële marktontwikkeling en de behoeften van inwoners.
Deze samen met burgers en ondernemers tot stand gebrachte visie op ontwikkeling van de detailhandel in de centra is voorzien voor de tweede kwartaal van dit jaar.
De winkel van Tafel Geheimen redden we niet met deze visie, daarvoor is het te laat. En daar baal ik enorm van, want het is weer een gat in de gevels. Maar als zelfs een V&D op dit moment op omvallen staat…
Om de trend te keren is veel meer voor nodig dan simpele oplossingen als het verlagen van de huur, omdat de moeilijke tijden voor de middenstand niet door één oorzaak ontstaan zijn. Ik hoop dat inwoners, winkeliers, gemeente en verhuurders zij aan zij gaan staan de komende tijd om de oplossing te vinden, ook al zijn er nu geen makkelijke antwoorden. De Tröckener Kecks zongen het 25 jaar geleden al. “Ik loop langs etalages, posters schreeuwen afgeprijsd, want de lente komt eraan, alles moet weg…” Ik hoop dat we gauw weer posters zien met “opruiming” omdat de lente er aan komt, in plaats van dat deze koude ‘opheffingswinter’ aanhoudt. Want onze dorpen verdienen dat we levendige winkelcentra houden.

 

 

 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s